“Het voordeel van online metingen is dat je bij de gemalen al kunt zien wat er verderop op de zuiveringen aan vuil binnenkomt,” vertelt Ronald Smallenburg van Waterschap Vallei en Veluwe. “Je kunt daar vervolgens op anticiperen door de zuiveringsinstallaties zo in te stellen dat die het vuil zo goed mogelijk kunnen verwerken. De online meters zijn daarnaast in te zetten voor opsporing en handhaving. Voorheen werden vaak monsters genomen om een indicatie te krijgen van de geloosde vuilvracht uit een bepaald gebied. Maar de analyses van deze monsters duren relatief lang en zijn kostbaar.”
Belasting
De tien online meters werden enkele jaren geleden door het waterschap aangeschaft. In die tijd was het verschil tussen de hoeveelheid belasting die door burgers en bedrijven werd betaald, en de hoeveelheid vuil dat op de zuiveringsinstallaties binnenkwam, dermate hoog dat actie moest worden ondernomen. Sindsdien probeert het waterschap op allerlei manieren de hoeveelheid vuil dat binnenkomt te verminderen en daarnaast onderzoek te doen naar lozingen door bedrijven. Inmiddels zijn de online meters daarbij een onmisbaar middel geworden.
Smallenburg: “Je ziet geregeld pieken van lozingen in bepaalde gebieden. Bunschoten en Putten zijn bijvoorbeeld hotspots. Om erachter te komen waar die lozingen op piekmomenten vandaan komen en of die ‘normaal’ of afwijkend zijn, proberen we met behulp van de online meters meer inzicht te verkrijgen uit welk deel van bijvoorbeeld een industrieterrein dergelijk lozingen afkomstig zijn. Bovendien kun je met de online meters ook zogenoemde fingerprints ('vingerafdrukken') maken van het rioolwater. Een dergelijke fingerprint (wat zit er aan stoffen in dat rioolwater) geeft een indruk bij welke bedrijven je de lozingen van hoge vuilvrachten moet gaan zoeken. Aan de hand van al die gegevens kun je er voor zorgen dat de meters een signaal afgeven op het moment dat de vuilvracht erg hoog is en vervolgens gerichte controles bij bepaalde bedrijven uitvoeren.”
Nachtelijke controles
Soms worden die controles zelfs ’s nachts uitgevoerd door medewerkers van het waterschap. “Dat is afhankelijk van wat de meters aangeven. Zo kun je gaan kijken waar er wordt geloosd en waar nodig monsternames uitvoeren en overig bewijsmateriaal verzamelen. Vervolgens kun je kijken of de heffing, die bedrijven betalen wel correspondeert met het ‘lozingsgedrag’. Is het wel afwijkend of is er misschien een keer een calamiteit geweest? Dit volgens het principe ‘de vervuiler betaalt’. Indien nodig bezoeken we de betreffende bedrijven om te vragen wat er aan de hand is. Je moet dus eerst het bewijs verzamelen dat er echt iets loos is. Kortom, we hebben steeds slimmere methoden om in een vroeg stadium te zien of er ergens iets aan de hand is. En we kunnen makkelijker de directe link naar bedrijven leggen en dus slagvaardiger optreden.”