Veelgestelde vragen
We willen de inrichting van het gebied Lampenbroek zo aanpassen dat de oorspronkelijke, kenmerkende natte natuur zo snel en goed mogelijk kan herstellen. Hiermee verwachten we de achteruitgang van de biodiversiteit in dit stukje Nederlandse natuur te stoppen. Tegelijkertijd spelen we met de inrichtingsmaatregelen in op klimaatveranderingen met hevigere regenbuien én langere droge periodes.
Vanuit het Gelders Natuurnetwerk zijn gebieden aangewezen waar verdroging van de natuur moet worden tegen gegaan. Het Lampenbroek ten zuiden van Klarenbeek is één van die aangewezen zogenaamde herstelgebieden "natte landnatuur".
Waterschap Vallei en Veluwe trekt dit project. Dat gebeurt in nauwe samenwerking met de partners Provincie Gelderland, en de Vereniging tot behoud van Natuurmonumenten.
Van oudsher komt er in het Lampenbroek schoon grondwater aan het oppervlak. Dit is kwelwater, dat hier van nature omhoog komt omdat de zgn. zoetwaterbel onder het Veluwemassief druk creëert. In het Lampenbroek kon zich daardoor kenmerkende natuur ontwikkelen die gebaat is bij deze natte omstandigheden. Door de jaren heen zijn watergangen gegraven/aangepast om omstandigheden te creëren die agrarische productie mogelijk maken. Het (overtollige) water werd hiervoor snel en efficiënt afgevoerd. Met relatief diepe sloten en watergangen werd er zelfs in droge perioden grondwater afgevoerd. Hierdoor zakt de grondwaterstand (te) ver uit, het kwelwater komt niet meer aan de oppervlakte. De oorspronkelijke natte landnatuur heeft het hierdoor heel moeilijk.
Door het (grond)water in het gebied vast te houden in plaats van af te voeren kunnen we het gebied weer vernatten. Het (grond)water kunnen we vasthouden door kavelsloten/watergangen te dempen en/of te verondiepen en het plaatsen van een stuw. Hierdoor verhogen we het grondwaterpeil en kunnen we steeds langer durende droge periodes beter overbruggen. Door het afgraven van de voedselrijke teelaarde kan het kwelwater de wortelzone van planten en bloemen weer bereiken. De zeldzame natuur die houdt van voedselarme en natte omstandigheden kan daarvan profiteren en daarmee floreren.
Het Lampenbroek wordt in totaal zo’n 180 hectare groot. 108 hectare voormalige landbouwgrond wordt geschikt gemaakt voor natte natuur. De inrichtingsmaatregelen in dit projectgebied hebben ook een positief effect op de 60 hectare natuur die nu al in het Lampenbroek ligt.
- Plaggen en afvoeren van 260.000 m³ voedselrijke grond.
- Kavelsloten dempen en verondiepen met voedselarm zand.
- Bouwen van een regelbare stuw met vispassage om het waterpeil in de beken zo’n 50cm hoger te kunnen houden.
- Vernieuwen van duikers om slootbodems te kunnen verhogen.
- Verleggen van de huidige beken; natuurlijk slingerend en minder diep.
- Aanbrengen van beheer- en onderhoudspaden; gewoon gras waar het kan, verhard met grasbetonsteen waar dat omwille van veiligheid moet.
- Voordes om met onderhoudsmaterieel door de beek te kunnen waden/rijden.
- Bosaanplant; een bosrand langs de beek om schaduw op het water te krijgen, en een broekbos waar de beken bij elkaar komen.
Door het gebied opnieuw in te richten, kunnen we beter inspelen op weersextremen. Daarbij is het tegelijk de bedoeling dat bijzondere en zeldzame vegetaties tot ontwikkeling kunnen komen zoals: blauwgrasland, veldrusschraalland, dotterbloemhooiland, kleine zegge en elzenzegge. Allemaal vegetaties met soorten die kenmerkend zijn voor nattere omstandigheden, die variëren door verschillende hoeveelheden voedselrijkdom.
Provincie, waterschap en Natuurmonumenten willen ook dat agrariërs in de omgeving hun bedrijf op een goede wijze kunnen voortzetten. Eigenaren van lager gelegen percelen in de nabije omgeving van het Lampenbroek die mogelijk nadeel ondervinden van de hogere grondwaterstanden worden tegemoetgekomen door bijvoorbeeld het ophogen van dat perceel met grond die vrijkomt uit het gebied.
Er wordt veel grond geplagd, zo’n 260.000 m³. Deze vrijkomende grond gaat naar een aantal grote grondafnemers en naar agrariërs in (de buurt van) het projectgebied. Zij kunnen hiermee hun percelen ophogen en op die manier verbeteren.
Dat is afhankelijk van de locatie in het gebied. In het algemeen zal de grondwaterstand 10 à 25 centimeter onder het (nieuwe) maaiveld komen. Door een randsloot aan te leggen rondom het natuurgebied wordt het omliggende gebied beschermd tegen hogere grondwaterstanden. Daar waar dat niet lukt, zijn andere maatregelen genomen om overlast te voorkomen. Op diverse plekken worden de grondwaterstanden al jaren gemonitord, zodat we de effecten van de inrichtingsmaatregelen goed kunnen volgen.
In het voorjaar/winter zal het gebied er veel natter uitzien, omdat er dan minder verdamping door zonnewarmte is en ook de vegetatie niet zo hard groeit. Het grondwater zal dan wat hoger zijn dan in de zomer/najaar.
De maatregelen die uitgevoerd worden om het Lampenbroek weer te vernatten, hebben geen nadelige invloed op de grondwaterstand van de Veluwe. De afstand tot de Veluwe is dermate groot dat er geen sprake is van hydrologische beïnvloeding op de Veluwe. Bovendien is het projectgebied van het Lampenbroek vele malen kleiner dan de Veluwe. De omvang is van een heel andere orde. Met behulp van grondwatermodellen is inzichtelijk gemaakt welke omgevingseffecten te verwachten zijn als gevolg van de uit te voeren maatregelen. De kwelstromen lopen van nature al naar het Lampenbroek, alleen wordt dit water door de inrichtingsmaatregelen langer in het gebied vastgehouden in plaats van het snel af te voeren richting de IJssel.
De Vereniging tot behoud van Natuurmonumenten beheert de percelen die zij nu al in eigendom heeft. Dat geldt zowel voor de al bestaande natuurpercelen als de percelen die in dit project nog ingericht gaan worden. De gronden die de provincie Gelderland heeft verworven worden nu beheerd door de provincie zelf. Als het project klaar is, zal de provincie, na enkele jaren overgangsbeheer, de ingerichte gronden via een openbaar proces verkopen aan een eindbeheerder.
€ 7,5 miljoen. Dit project wordt gefinancierd door de provincie Gelderland en Waterschap Vallei en Veluwe.
De planning is dat de uitvoering in december 2025 gereed is. De bosaanplant doet Natuurmonumenten in de winter van 2025-2026.
Het project wordt in het voorjaar van 2026 opgeleverd.