Latere maairondes volgen in de zomer en in het najaar. Bij het maaien van dijken houdt het waterschap rekening met (beschermde) planten en dieren. Het waterschap is alert op nesten van vogels of andere dieren. Daarom controleert het waterschap de dijken, voordat de maaiwerkzaamheden starten. Een gevonden nest of een beschermde plant wordt afgebakend, zodat deze niet beschadigd raken bij het maaien.
In delen maaien voor biodiversiteit
Om biodiversiteit te bevorderen maait het waterschap de dijken zoveel mogelijk in delen. Afhankelijk van hoe de dijk begroeid is en van lokale omstandigheden, wordt het onderste dijkdeel het eerst gemaaid. In een latere maaironde volgt het bovenste deel. Door zo te werk te gaan kunnen omwonenden en voorbijgangers een langere periode genieten van bloemrijke dijken. Bovendien krijgen planten, vogels, vlinders en insecten meer kans om zich te ontwikkelen.
Vrijkomend maaisel
Het maaisel dat vrijkomt is meestal geschikt voor veevoer of als bodemverbeteraar op landbouwpercelen. Daarom stelt het waterschap dit maaisel beschikbaar. Op www.vallei-veluwe.nl/maaien staat meer informatie over het maaibeleid van het waterschap.