Algemene regels
Het zogenaamde beperkingengebied van een watergang (op kaart vastgelegde gebied waarbinnen regels gelden) bestaat uit de ‘natte bak’ (zoals vijver of sloot) en één meter talud gemeten vanaf de beschoeiing. Binnen deze zone gelden de regels van de Waterschapsverordening. De regels zijn bedoeld om het water en de beschoeiing altijd goed bereikbaar te houden en goed te kunnen beheren. Het waterschap vervangt bijvoorbeeld beschoeiing als deze te oud of kapot is. Hiervoor is werkruimte nodig.
Wie doet het onderhoud?
Hoe precies alle oppervlaktewaterlichamen, inclusief onderhoudsstroken, lopen en welke status (A, B of C) ze hebben, is te vinden op Regels op de Kaart. Daarnaast staat in de Onderhoudslegger opgenomen wie verantwoordelijk is voor het onderhoud van het oppervlaktewaterlichaam en de inliggende kunstwerken zoals duikers en stuwen. Het beheer van de beschoeiing van A-watergangen ligt in op veel plekken bij het waterschap. Hierop bestaan uitzonderingen. Raadpleeg daarom de Onderhoudslegger uw koopovereenkomst of de Vergunningen die bij uw huis horen.
Beschoeiing beperkt belastbaar
Hier zie je een dwarsdoorsnede van een normale situatie met een beschoeiing. Een beschoeiing houdt de waterkant bij elkaar en moet dus grond ‘dragen’. Extra belastingen (bouwwerken) op deze grond, kunnen niet altijd worden gedragen door de beschoeiing die is geplaatst. Of ze maken het vervangen van beschoeiing erg lastig. Belastende bouwwerken zijn bijvoorbeeld tuinhuisjes, muren of keerwanden van beton of hout.
Goede fundering
Als het waterschap onderhoud uitvoert van de beschoeiing, moet de oude beschoeiing verwijderd worden voordat een nieuwe kan worden geplaatst. De grond moet zichzelf tijdelijk kunnen dragen. Vooral bij keerwanden en andere vormen van tuinophoging is dit vaak niet meer mogelijk. Het is dus belangrijk dat bij elke vorm van tuinophoging, alles goed genoeg gefundeerd is.
