Om biodiversiteit te bevorderen maait het waterschap de dijken zoveel mogelijk in delen. Afhankelijk van hoe de dijk begroeid is en van lokale omstandigheden, wordt het onderste dijkdeel het eerst gemaaid. In een latere maaironde volgt het bovenste deel. Door zo te werk te gaan kunnen omwonenden en voorbijgangers een langere periode genieten van bloemrijke dijken. Bovendien krijgen planten, vogels, vlinders en insecten meer kans om zich te ontwikkelen.