Veelgestelde vragen
Weersextremen komen steeds vaker voor. Soms zijn er periodes van langdurige regenval, of er valt in eens een flinke piekbui. Dat kan zorgen voor wateroverlast. Maar het kan ook zijn dat het voor een lange tijd juist niet regent, de temperatuur hoog is en er veel wind staat. Dan is er weinig ‘nieuw’ water, en verdampt het water dat er wel is heel snel. Als dat lang aanhoudt hebben we te maken met droogte.
Wanneer er twee tot drie maanden weinig regen valt, de temperatuur hoger is dan gemiddeld voor de tijd van het jaar én er harde wind is die zorgt voor veel verdamping, dan droogt de bodem snel op.
Bij een onttrekkingsverbod mag je geen water uit oppervlaktewater onttrekken om bijvoorbeeld de tuin of het landgoed te sproeien of landbouwgrond te beregenen. Vaak geld dit voor locaties in ons gebied waar we afhankelijk zijn van regenwater en geen water uit de rivieren kunnen inlaten.
Rijkswaterstaat ‘verdeelt’ het water in de rivieren door Nederland. Wij kunnen dat rivierwater op sommige plekken in laten stromen in ons gebied, waardoor het minder uitdroogt. Hier lees je meer daarover: Verdeling water bij droogte
Bij waterschaarste is er door de overheid een verdringingsreeks opgesteld. Hier kun je lezen wie wanneer voorrang krijgt bij waterschaarste: Verdringingsreeks: rangorde bij waterschaarste | Informatiepunt Leefomgeving